Faalangst
Raak jij bij toetsen snel in paniek en denk je: alles gaat fout? Of erger nog: krijg je een black-out? Dan kan het zijn dat je faalangst hebt. Wat kun je ertegen doen?
Wat is faalangst?
Als je faalangst hebt, dan merk je dat in situaties waarin je moet presteren. Je bent bang dat je het niet kunt, ook al heb je je goed voorbereid. Je kunt door de spanning niet meer helder nadenken. Je raakt in paniek of krijgt zelfs een black-out. Andere klachten zijn: huilen, misselijkheid, zweten en duizeligheid.
Tips tegen faalangst
- Bereid je goed voor op een toets: begin op tijd met leren, neem af en toe een pauze en blijf niet naar je boek staren.
- Leer niet vlak voor de toets. Als je op het laatste moment nog iets doorkijkt, wordt de spanning alleen maar groter.
- Probeer je juist te ontspannen, bijvoorbeeld door te sporten of muziek te luisteren.
- Lees goed tijdens de toets.
- Sta jezelf toe dat het mis mag gaan. Het is geen ramp als het een keer niet lukt.
- Vergelijk jezelf niet met mensen die volgens jou beter presteren. Je kunt niet meer doen dan je best.
- Praat er eens met anderen over. Als je je gevoel uit, kan dat herkenning en opluchting geven. Praat erover met je mentor. Soms kun je extra tijd krijgen. Op veel scholen kun je een faalangsttraining volgen.
Naar de huisarts
Blijf je last houden van de faalangst? Vraag dan eens advies aan je huisarts.
Opvoedinformatie Nederland zorgt er met ouders, opvoeders, jongeren en deskundigen uit de wetenschap en praktijk voor dat deze informatie betrouwbaar en actueel blijft.